Einde van een tijdperk
Met de afbouw van de gaswinning in Groningen lijkt het tijdperk van betaalbaar aardgas in Nederland definitief voorbij. Stoppen met de verbranding van aardgas is ook vanuit afhankelijkheidsoverwegingen, exergievernietiging en CO2 emissies verstandig. De huiseigenaar moet de komende jaren dan ook op zoek naar een alternatieve manier van verwarmen.
In tegenstelling tot de vertrouwde gasketel, slagen alternatieven er niet altijd in om matig geïsoleerde woningen warm te houden. De toekomstbestendige aanpak is daarom altijd om de woning eerst te verbeteren, zodat de energievraag laag blijft. Alleen dan kan de woning effectief, gezond en betaalbaar verwarmd worden met alternatieve warmtebronnen.
Op zoek naar een startpunt
Bij een constante binnentemperatuur is er een evenwicht tussen warmteverlies en warmtetoevoer. Verbeterde isolatie en luchtdichting verminderen het warmteverlies, wat leidt tot een gelijkwaardige reductie van de benodigde warmtetoevoer. Om dit effectief aan te pakken, is het essentieel om de huidige werking en structuur van de woning te begrijpen, omdat deze informatie de basis vormt voor de energiebalans.
Het isoleren van de gebouwschil vraagt om zorgvuldigheid omdat de constructie anders gaat werken dan oorspronkelijk. Daarom wordt de huidige opbouw van de gebouwschil nauwkeurig in kaart gebracht om de juiste isolatieaanpak te bepalen. Hiervoor maakt RÆTRO, naast een visuele inspectie, gebruik van infraroodbeelden, oorspronkelijke tekeningen en indien nodig destructief onderzoek in combinatie met een spouwcamera.
De luchtverversing ten gevolge van luchtlekken wordt in vaktaal infiltratie genoemd. In tegenstelling tot ventilatie is infiltratie onbeheersbaar en daarom ongewenst. Een belangrijk onderdeel van de opname is daarom het in kaart brengen van de naden en kieren met een blowerdoortest. We brengen de woning dan op onderdruk met een krachtige ventilator, zodat de rookmachine en de infraroodcamera verklappen waar de luchtlekken zitten.
Logische stappen
RÆTRO brengt een heldere isolatieaanpak in kaart die past bij de bouwtechnische situatie. Daarbij gaat de voorkeur sterk uit naar natuurlijke isolatiematerialen zoals houtvezel en cellulose. Deze materialen hebben in tegenstelling tot synthetische en minerale tegenhangers, goede warmtewerende eigenschappen en een sterk vochtbufferend vermogen. Met name dit vochtbufferende vermogen komt goed van pas in renovaties waar het vochtgedrag van de gebouwschil veranderd door de toevoeging van isolatie.
Een verbetering van de luchtdichting gaat altijd hand in hand met ventilatie. Dit is onlosmaakbaar met elkaar verbonden omdat de mens nu eenmaal gezonde frisse lucht nodig heeft. Om het warmteverlies te beperken en de controle te vergroten verdient ventilatie met warmteterugwinning hier de sterke voorkeur boven ventilatie met roosters. De plannen bevatten daarom altijd een schetsplan voor een elegant ingepast centraal ventilatiesysteem.


